De blaadjes vallen van de bomen, de temperatuur is gezakt en het regent vaker dan we willen… Het is herfst. En dat betekent dat er een grotere kans is op uitbraken met infectieziekten binnen je zorgorganisatie. Denk bijvoorbeeld aan noro, griep en corona.
Om de kans op een uitbraak kleiner te maken, kun je je voorbereiden met eenvoudige maatregelen die niet veel tijd hoeven te kosten. Die maatregelen noemen we basishygiëne.
- Draag geen handsieraden in de zorg. Sieraden belemmeren het toepassen van een goede handhygiëne. Daarnaast zijn sieraden een bron van micro-organismen en kunnen ze voor verspreiding zorgen.
- Draag schone kleding met korte mouwen. Met korte mouwen kun je goede handhygiëne toepassen. En schone kleding voorkomt kans op besmetting.
- Zorg ervoor dat je nagels kort zijn. En draag geen nagellak, gelnagels of kunstnagels. Lange nagels zijn moeilijk schoon te houden. En onder nagellak, gelnagels en kunstnagels kunnen micro-organismen groeien. En daarmee kun je een client besmetten.
- Draag je haren vast. Daarmee voorkom je dat je haren in contact komen met cliënten.
- Pas handhygiëne toe op de volgende momenten:
- voordat je een kamer in gaat;
- wanneer je een kamer verlaat;
- voor schone handelingen;
- na vuile handelingen.
Daarmee voorkom je ook weer de kans op besmetting van cliënten en van jezelf.
- Maak dagelijks je apparatuur schoon. Zoals werktelefoons, tablets, laptops en toetsenborden. Het helpt om met elkaar af te spreken om dit op een vast moment te doen, bijvoorbeeld het eind van de dag.
- Maak ook afspraken met elkaar voor het reinigen van medische hulpmiddelen. Doe dit structureel, zodat als je bijvoorbeeld een tillift nodig hebt, je zeker weet dat deze schoon is.
- Zorg voor een voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Mondneusmaskers, handschoenen en schorten.
- Draag een mondneusmasker als je verkoudheidsklachten hebt en zorg verleent binnen de 1,5 meter.
- Wees alert op verkoudheidsklachten bij cliënten. Draag een mondneusmasker als je zorg verleent binnen de 1,5 meter.
En denk ook aan:
- Stel isolatie in als je het vermoeden hebt dat de cliënt een infectieziekte heeft. Ken de protocollen.
- Toets bij je collega’s of zij weten wat ze moeten doen bij een luchtweginfectie.
- Weet wat je moet doen bij een uitbraak. Ken de procedure.