Blogs

‘Infectieziekten hebben geen boodschap aan een huiselijke sfeer’

Zorgorganisatie Philadelphia biedt met ruim 7.400 medewerkers zorg aan meer dan 9.800 cliënten, verspreid over zo’n 600 locaties in het hele land. Aan kwaliteitsverpleegkundige Tamara Bezemer-Top de schone taak om infectieziekten buiten de vele deuren te houden.

Al 16 jaar werkt Tamara bij Philadelphia, aanvankelijk als verpleegkundige, tegenwoordig als kwaliteitsverpleegkundige. ‘Samen met drie andere collega’s houd ik me zich bezig met beleid en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg in de organisatie.’ En daarnaast is Tamara lid van de infectiepreventiecommissie. ‘Vanuit de infectiepreventiecommissie ontwikkelen we, met advies en ondersteuning van Simone Krooshof, beleid en richtlijnen om infecties en verspreiding daarvan te voorkomen’, vertelt Tamara. ‘Binnen onze sector speelde het onderwerp tot een aantal jaren geleden niet zo’n grote rol. De locaties waar wij zorg en wonen bieden, moesten vooral sfeervol en huiselijk zijn. Dus vond je niet overal desinfectiepompjes en persoonlijke beschermingsmiddelen. Maar infectieziekten hebben helemaal geen boodschap aan een huiselijke sfeer. Als je zo veel mensen opvangt op zo veel locaties, komen infectieziekten als corona, schurft of MRSA nu eenmaal wel eens voor.’

25 aandachtsvelders

Door die huiselijke benadering van de zorg, was er ook een enorm kennistekort in de organisatie, vertelt Tamara. ‘We wisten nauwelijks wat er aan infectieziekten voorkwam, en als een infectieziekte al gesignaleerd werd, wisten medewerkers eigenlijk niet waar ze naartoe moesten voor een oplossing.’ Maar daar is hard aan gewerkt. Met behulp van Simone werden beleid en protocollen opgetuigd en werd de scholing van de medewerkers ter hand genomen. Simone leidde onder andere zo’n 25 aandachtsvelders op: medewerkers die inmiddels alles van infectiepreventie weten en het aanspreekpunt zijn voor hun collega’s.

Uitbraakteam

‘Tegenwoordig kunnen medewerkers bij een uitbraak meteen actie ondernemen’, vertelt Tamara. ‘Ze kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week terecht bij Digicontact voor ondersteuning. Wij hebben een draaiboek opgesteld en aan de hand daarvan geven de medewerkers van Digicontact de eerste adviezen. Als het nodig is wordt een uitbraakteam samengesteld. Daarin zitten onder andere een deskundige infectiepreventie, een kwaliteitsverpleegkundige, iemand van de GGD en een aantal mensen van de locatie. Zij pakken gezamenlijk de uitbraak aan, op basis van een plan dat we daarvoor ontwikkeld hebben.’ Als de uitbraak onder controle is, volgt nog een evaluatie. ‘Niet om te kijken wie wat goed of fout gedaan heeft, maar omdat we willen blijven leren van situaties die zich voordoen. Elke gebluste brand geeft ons weer nieuwe ideeën.’

Ambitie

Het streven van elke infectiepreventiecommissie is natuurlijk dat er nooit meer ergens een uitbraak zal zijn. ‘Was het maar waar, dat is helaas onmogelijk. Maar we doen er natuurlijk alles aan om het aantal uitbraken te minimaliseren. We hebben een meerjarenplan gemaakt waarin we vooral veel aandacht geven aan basishygiëne. En protocollen met vooral, heel praktische handleidingen voor mensen op de werkvloer, die nu eenmaal niet veel tijd hebben om eens lekker rustig te gaan zitten lezen. We proberen alles zo praktisch mogelijk aan te vliegen, met behulp van filmpjes en praktische trainingen bijvoorbeeld. Zo doen we een training handen desinfecteren onder een blauwe lamp. Dan kun je precies zien waar je handen nog niet met de handalcohol in aanraking zijn geweest. Confronterend, maar heel leerzaam. Teams kunnen zo’n training aanvragen en dan laten we op deze praktische manier zien wat ringen en nepnagels voor effect hebben op de hygiëne.’

Maatwerk

‘En we proberen in onze veelzijdige organisatie maatwerk te leveren. We hebben veel verschillende locaties, met verschillende cliënten en verschillende behoeftes. In dat maatwerk speelt Simone ene belangrijke rol. Zij kan heel goed adviseren wat de verschillende locaties met hun verschillende zorgmodellen nodig hebben. Zij weet ontzettend goed hoe je maatwerk kunt leveren. Ze heeft enorm veel kennis en is altijd heel makkelijk te benaderen om dat ook met ons te delen. Zonder Simone waren we nooit zo ver gekomen.’

Presentaties, trainingen, handleidingen, plannen: het is een hele kluif. Tamara weet inmiddels behoorlijk veel van infectiepreventie. En als ze het even niet meer weet? ‘Dan bel ik Simone!’

Blogs

Blog naar aanleiding van artikel “Infectieziektebestrijding bij verstandelijk gehandicapten: de wrange dillema’s” in Medisch Contact, van Talitha van den Heuvel-Brouwer, namens de commissie Ethiek van de NVAVG.

Met veel interesse heb ik het artikel van Talitha van den Heuvel-Brouwer gelezen (Infectieziektebestrijding bij verstandelijk gehandicapten: de wrange dillema’s, Medisch Contact 41, 12 oktober 2023).

In mijn werk als deskundige infectiepreventie, onder andere in de gehandicaptenzorg, zijn deze dilemma’s heel herkenbaar.

Helaas heb ook ik, samen met andere leden van uitbraaktteams, tijdens de coronapandemie, adviezen moeten geven die hebben geleid tot keuzes waarvan wij wisten dat deze niet in het belang van de individuele client waren, die behoefte hadden aan nabijheid en betrouwbaarheid, zoals Talitha beschrijft in het artikel.

Daarom is het goed om nu met elkaar bij uitbraaksituaties in de verstandelijk gehandicaptenzorg oog te hebben voor deze dilemma’s en de stappen die in dit artikel worden genoemd.

Ik wil  graag een aantal punten benoemen die in dit artikel niet worden vermeld, maar wellicht een goede aanvulling kunnen zijn op het stappenplan.

De keuzes die gemaakt worden met het welzijn van de cliënten voor ogen kunnen grote invloed hebben op het al of niet veilig kunnen werken van medewerkers. Als voorbeeld noem ik een medewerker die tevens mantelzorger is voor een ouder die hulpbehoevend is en in een uitbraaksituatie op de locatie waar zij werkt bloot gesteld kan worden aan infectieziekten die van invloed kunnen zijn op de gezondheid van de ouder waar hij/zij mantelzorger voor is. Of een medewerker die zelf kwetsbaar is in verband met onderliggend lijden. En graag beschermd wil werken in uitbraaksituaties.

Mijn voorstel zou zijn om in het stappenplan op te nemen, het veilig kunnen werken van medewerkers.

Een ander punt is de basishygiëne. De basishygiëne bestaat uit maatregelen die altijd van toepassing zijn. Zoals handhygiëne, persoonlijke hygiëne en reiniging en desinfectie.

Als de basishygiëne op een locatie goed op orde is dan kunnen in een uitbraaksituatie op een locatie misschien andere keuzes gemaakt worden omdat de risico’s kleiner zijn.

Er wordt in het stappenplan vanuit gegaan dat er altijd een arts VG aanwezig is. In veel organisaties in de gehandicaptenzorg hebben cliënten een eigen huisarts.

Deze huisartsen worden zelden betrokken op een locatie en de keuzes waar deze locaties voor staan in uitbraaksituaties. Een mooie aanvulling in het stappenplan is om van te voren al te bedenken wie waar verantwoordelijk voor is in een uitbraaksituatie.

Tot slot: Hoe mooi zou het zijn wanneer we in de (verstandelijk) gehandicaptenzorg samen met de deskundige infectiepreventie aan de slag kunnen gaan met die basishygiëne te verbeteren daar waar nodig zodat we in uitbraaksituaties wellicht minder belastende maatregelen voor de cliënten kunnen nemen.    

Simone Krooshof, deskundige infectiepreventie

Blogs

Herfstseizoen: voorkom een uitbraak met infectieziekten

De blaadjes vallen van de bomen, de temperatuur is gezakt en het regent vaker dan we willen… Het is herfst. En dat betekent dat er een grotere kans is op uitbraken met infectieziekten binnen je zorgorganisatie. Denk bijvoorbeeld aan noro, griep en corona.

Om de kans op een uitbraak kleiner te maken, kun je je voorbereiden met eenvoudige maatregelen die niet veel tijd hoeven te kosten. Die maatregelen noemen we basishygiëne.

  • Draag geen handsieraden in de zorg. Sieraden belemmeren het toepassen van een goede handhygiëne. Daarnaast zijn sieraden een bron van micro-organismen en kunnen ze voor verspreiding zorgen.
  • Draag schone kleding met korte mouwen. Met korte mouwen kun je goede handhygiëne toepassen. En schone kleding voorkomt kans op besmetting.
  • Zorg ervoor dat je nagels kort zijn. En draag geen nagellak, gelnagels of kunstnagels. Lange nagels zijn moeilijk schoon te houden. En onder nagellak, gelnagels en kunstnagels kunnen micro-organismen groeien. En daarmee kun je een client besmetten.
  • Draag je haren vast. Daarmee voorkom je dat je haren in contact komen met cliënten.
  • Pas handhygiëne toe op de volgende momenten:
    • voordat je een kamer in gaat;
    • wanneer je een kamer verlaat;
    • voor schone handelingen;
    • na vuile handelingen.

Daarmee voorkom je ook weer de kans op besmetting van cliënten en van jezelf.

  • Maak dagelijks je apparatuur schoon. Zoals werktelefoons, tablets, laptops en toetsenborden. Het helpt om met elkaar af te spreken om dit op een vast moment te doen, bijvoorbeeld het eind van de dag.
  • Maak ook afspraken met elkaar voor het reinigen van medische hulpmiddelen. Doe dit structureel, zodat als je bijvoorbeeld een tillift nodig hebt, je zeker weet dat deze schoon is.
  • Zorg voor een voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Mondneusmaskers, handschoenen en schorten.
  • Draag een mondneusmasker als je verkoudheidsklachten hebt en zorg verleent binnen de 1,5 meter.
  • Wees alert op verkoudheidsklachten bij cliënten. Draag een mondneusmasker als je zorg verleent binnen de 1,5 meter.

En denk ook aan:

  • Stel isolatie in als je het vermoeden hebt dat de cliënt een infectieziekte heeft. Ken de protocollen.
  • Toets bij je collega’s of zij weten wat ze moeten doen bij een luchtweginfectie.
  • Weet wat je moet doen bij een uitbraak. Ken de procedure.
Interview

‘Goede infectiepreventie is meer dan het zetten van een groen vinkje’

Infectiepreventie is een cruciale pijler binnen de gezondheidszorg. Ook in verpleeghuizen, waar kwetsbare bewoners een verhoogd risico lopen op infecties. Wietse de Groot werkte als locatiemanager bij Zorggroep Noordwest-Veluwe; een organisatie met thuiszorgteams en verpleeghuizen in Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten. Wietse: ‘Voor de pandemie was er eigenlijk alleen extra aandacht voor infectiepreventie tijdens een audit, maar verder was het een ondergeschoven kindje. En toen kwam COVID-19.’

‘VVT-instellingen moesten de deuren sluiten; ouderen hadden alleen contact met mensen als er een raam tussen zat. Wij waren met een crisisbeleidsteam 24/7 aan het werk. De pandemie opende onze ogen over hoe belangrijk goede bescherming is. Niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de medewerkers.’

Van stuurgroep naar commissie

‘We gingen van een stuurgroep naar een Commissie Hygiëne en Infectiepreventie (HIP) met het doel om te adviseren en beleid te maken. De mensen die hier een rol in hadden, waren enorm gemotiveerd om met infectiepreventie aan de slag te gaan. We huurden Nicole Kiefte in als deskundige infectiepreventie om ons te helpen. De eerste stap was het maken van een scan om inzicht te krijgen. Nicole ging alle woonzorglocaties langs om te kijken in de huiskamers. Wat ze zag in de praktijk, nam ze mee naar de commissie en die bevindingen hebben we geordend tot een jaarplan.’

Draagvlak

‘Door verpleegkundigen te trainen en te betrekken bij de plannen, voelden zij zich meer verantwoordelijk. Nicoles manier van werken paste goed bij waar wij naartoe wilden. Ik merkte dat de neuzen steeds meer dezelfde kant op gingen staan en dat draagvlak hadden we nodig om onze manier van werken te veranderen.’

Logisch nadenken

‘Met infectiepreventie ga je je snel bezighouden met details. Goede infectiepreventie is meer dan het zetten van een ‘groen vinkje’ en ac hoc-knelpunten oplossen. Waar ik trots op ben is dat we als HIP situaties samen op hoofdlijnen bekeken en constructief aanpakten. Vaak gaat het ook vooral om logisch nadenken en de juiste dingen durven te doen.’

Iets moois achterlaten

Wietse werkt sinds het voorjaar als leidinggevende op de OK in Isala Ziekenhuis. ‘Hoewel ik klaar was voor een nieuwe baan, vond ik het jammer om afscheid te nemen van de Zorggroep Noordwest-Veluwe. We hebben met het HIP iets heel moois neergezet in de organisatie en dat laat je dan achter. Voordat ik wegging heb ik het jaarplan 2023 aan het bestuur gepresenteerd en wat we met het HIP allemaal hebben bereikt. Een goed moment om het stokje daarna over te dragen.’

En op je nieuwe werkvloer, zie je al kansen voor infectiepreventie? ‘Natuurlijk, maar ik probeer me er nog niet meteen op te storten’, lacht Wietse. ‘Eerst even landen.’

Blogs

Hoe krijgen we infectiepreventie op de werkvloer?

Onlangs was ik aanwezig bij een infectiecommissievergadering van een organisatie in de gehandicaptensector. Daar waren twee medewerkers aanwezig die op dat moment in de organisatie geschoold werden tot infectiepreventieadviseurs (IPA’s). Ik vroeg aan deze medewerkers of zij wisten waar hun verantwoordelijkheden lagen binnen de organisatie ten aanzien van infectiepreventie. Zij gaven aan hier geen idee van te hebben. De zorgorganisatie dacht, dat met het aanstellen van deze IPA’s, de kennis omtrent infectiepreventie te kunnen borgen binnen de organisatie.

Tegenwoordig worden IPA’s opgeleid als een soort van verlengde arm voor de deskundige infectiepreventie. Ook zijn er zorgorganisaties waar contactpersonen infectiepreventie (CIP-ers) of aandachtsvelders infectiepreventie (AHI-ers) zijn.  Zelfs in het onlangs uitgekomen adviesrapport in opdracht van het ministerie van VWS (“Uitvoeringsadvies versterken hygiëne en infectiepreventie langdurige zorg”) wordt dit onderscheid gemaakt. Daar staat ook in dat de  IPA een cursus krijgt van 5 dagen, de CIP-er van 4 dagen en de AHI-er een korte cursus, aldus het rapport.

Allemaal (officiële?) functionarissen die opgeleid worden om taken te vervullen ten aanzien van infectiepreventie. Vaak denken organisaties dat met het aanstellen van deze personen, infectiepreventie geborgd is binnen een zorgorganisatie.

Maar waar liggen nu de verantwoordelijkheden van deze functionarissen? En wat hebben zij nu echt nodig om infectiepreventiebeleid op te werkvloer te krijgen?

Als het gaat om infectiepreventiebeleid op de werkvloer te krijgen zijn naar mijn mening twee dingen heel belangrijk om te beseffen.

Ten eerste, wie is in een organisatie waarvoor verantwoordelijk als het gaat over infectiepreventie? En ten tweede, infectiepreventie gaat altijd over gedragsverandering.

Vraag het een willekeurig  aantal functionarissen uit een zorgorganisatie, wie is nu waar verantwoordelijk voor als het gaat over infectiepreventie? En je zal veel verschillende antwoorden krijgen. Het is dus als organisatie heel belangrijk om hier eerst duidelijkheid in te krijgen. Waar is een directie verantwoordelijk voor, waar is een manager verantwoordelijk voor…etc. En als je dan toch aan de slag wil gaan met IPA’s, CIP-ers of AHI-ers, wat zijn dan hun verantwoordelijkheden en taken. En krijgen ze daar structureel tijd voor?

Wat hebben de IPA’s, CIP-ers of AHI-ers nodig om aan de slag te gaan als infectiepreventie altijd gaat over gedragsverandering?

Theorie over micro-organismen en antibioticaresistentie? Misschien wel, maar als je het ze zelf vraagt dan zijn ze vooral op zoek naar, hoe krijg ik mijn collega’s zover dat ze die handsieraden af gaan doen en geen lange mouwen meer dragen in de winter.

Ik denk dat deze functionarissen vooral gebaat zijn bij het krijgen aangereikt van tools om aan de slag te gaan met collega’s om die gedragsverandering voor elkaar te krijgen. Daar moet naar mijn mening de meeste tijd in zitten gedurende een opleiding of cursus.

Wat zegt dit alles over de rol van de deskundige infectiepreventie?

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen functionaris om inhoudelijke kennis ten aanzien van infectiepreventie voor de IPA’s, CIP-ers en AHI-ers op peil te houden en de  IPA’s, CIP-ers en AHI-ers te helpen om de aanzwengelaars te laten zijn binnen hun eigen organisatie/team als het gaat over infectiepreventie.

Daarnaast kunnen “vreemde ogen” ook dwingen en is de deskundige infectiepreventie de aangewezen persoon om organisaties/teams te enthousiasmeren en aan te zetten tot een gedragsverandering.

In dat laatste is mogelijk binnen onze eigen beroepsgroep nog winst te behalen.