Blogs

Er is geen ontkomen meer aan

Omdat cliënten wonen binnen instellingen in de gehandicaptensector is huiselijkheid heel belangrijk. Dat is natuurlijk terecht. Zeker in de kleinschalige woonvoorzieningen. Helaas heeft de coronapandemie ook in deze sector hard toegeslagen en is daarmee de noodzaak om iets te doen aan infectiepreventie toegenomen. Dat blijkt nu ook door het feit dat in het nieuwe kwaliteitskompas het volgende staat op blz. 50:

Zorgaanbieders hebben ook de verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde omgeving. Het gaat dan om de fysieke omgeving met passend meubilair en (til)hulpmiddelen, maar ook om een veilige omgeving met blijvende aandacht voor hygiëne en infectiepreventie, zodat infectieziekten zoveel mogelijk voorkomen en bestreden worden. 

Het betekent dat er geen ontkomen meer aan is. Je zal hier iets mee moeten doen als gehandicaptenzorgorganisatie. In de praktijk is dit regelmatig heel lastig. Want waar moet je beginnen?

Vaak wordt eerst een start gemaakt met het schrijven van de protocollen. Zorgorganisaties denken dan dat als deze op orde zijn de rest vanzelf gaat. Maar als je gaat kijken op de werkvloer dan is er  weinig kennis omtrent infectiepreventie. Dit heeft onder andere te maken met dat veel medisch niet geschoold personeel (begeleiders) werkzaam is in de gehandicaptensector.

In de memo “ABR en infectiepreventie in de gehandicaptenzorg”. Een oriënterende inventarisatie (3 maart 2020), worden de risicofactoren genoemd voor deze sector. Zo ook: “Onvoldoende hygiënebesef onder (een groot deel) van de zorgverleners door onvoldoende scholing en voorlichting.

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen persoon om zorgorganisaties te begeleiden in deze zoektocht. In de verpleeghuis- en thuiszorgsector worden de deskundigen infectiepreventie al op steeds grotere schaal ingezet.

De begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit het uitvoeren van een risico-inventarisatie en aan de hand van de uitkomsten bekijken waar prioriteit aangegeven kan worden ten aanzien van implementatie van infectiepreventiebeleid. Ook kan ondersteuning worden gegeven bij het helpen opstarten van een infectiepreventiecommissie of het geven van scholingen op het gebied van infectiepreventie aan medewerkers.

De deskundige infectiepreventie zal altijd kijken naar wat haalbaar en werkbaar is binnen de organisatie en daarbij ook het punt “huiselijkheid” daar in mee nemen.

De vrijblijvendheid is in ieder geval nu voorbij voor deze sector en dat is een goede zaak. Daarnaast toetst de IGJ steeds frequenter op het onderwerp infectiepreventie binnen de deze sector.

Blogs

Pindakaas in een po!

Waar je zoal niet mee bezig bent als deskundige infectiepreventie in de langdurige zorg.


Audit

Eén keer in de drie jaar wordt in een verpleeghuis elke afdeling/locatie ge-audit door mij. Samen met de aandachtsvelder loop ik een checklist langs. Deze checklist is gebaseerd op de landelijke richtlijnen en geeft aan wat er goed gaat en waar verbetering mogelijk is. 

In dit geval gaf de aandachtsvelder aan dat de po’s niet schoon uit de pospoeler kwamen. Het was me tijdens de audit al opgevallen dat in de spoelruimtes waar de pospoelers stonden, toiletborstels lagen in de uitstortgootsteen. Dan weet ik al dat dat zeer waarschijnlijk betekent dat men po’s nog handmatig reinigt.

De uitkomst
Een aantal weken later werd het auditverslag na  besproken met de manager van de afdeling. Zij gaf aan al langere tijd met de leverancier van de pospoelers in overleg te zijn over de slechte werking van de pospoelers. De leverancier had aangegeven dat de aanwezige po’s op de afdeling niet goed meer waren en dat dat de reden was waarom ze er niet schoon uit kwamen. Geadviseerd werd om nieuwe po’s aan te schaffen. 


De test
Samen met de manager ben ik naar de spoelruimte gelopen waar een aantal medewerkers op dat moment bezig waren. Ik was getuige van de manier waarop de po’s inderdaad handmatig werden gereinigd voordat ze de pospoeler in gingen (“ja, want anders komen ze er niet schoon uit hé”, aldus de medewerker). En ik kon navragen hoe men verder omging met de po’s en urinalen. 

Het bleek dat men de po’s en urinalen ook altijd eerst handmatig leegden in het toilet van de cliënten, voordat ze in de pospoeler werden geplaatst.

De manager had al bedacht, om eerst 1 nieuwe po aan te schaffen en te bekijken of die er wel schoon uit zou komen.

Ter plekke heb ik geadviseerd om de nieuwe po in te smeren met pindakaas (een representatieve vervanging voor ontlasting ☺) en deze te plaatsen in de pospoeler. 

Het resultaat
De po kwam er niet schoon uit. De manager heeft er foto’s van gemaakt en gaat deze gebruiken om weer het gesprek aan te gaan met de leverancier.

Verder had de slechte werking van de pospoeler als resultaat dat er een onveilige werksituatie gecreëerd was voor de medewerkers. Immers werden po’s en urinalen handmatig geleegd in het toilet en vervolgens handmatig gereinigd zonder daarbij de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen. 

Maar ook was een onveilige woonomgeving van de client. Door het handmatig reinigen en slecht functioneren van de pospoeler  werden po’s en urinalen niet afdoende gereinigd en gedesinfecteerd. Het resultaat kan dan zijn dat er kans is op verspreiding van micro-organismen. 

Tot slot
Dit voorbeeld laat goed zien wat kan gebeuren als een pospoeler niet goed functioneert. Er sluipen dan ongemerkt werkwijzen in die veel risico’s met zich mee brengen. En die risico’s zijn niet altijd goed zichtbaar.