Blogs

Wat structurele audits op het gebied van infectiepreventie kunnen opleveren.

Blog door Simone Krooshof

Bijna  6 jaar werk ik nu voor een grote verpleeghuiszorgorganisatie.  Er zijn meerdere locaties, met een paar sterk verouderde gebouwen (voormalige bejaardentehuizen).

Ten aanzien van infectiepreventie is het goed georganiseerd. Onder andere een actieve infectiepreventiecommissie, een netwerk van aandachtsvelders die van mij regelmatig scholing krijgen en ondersteuning vanuit de raad van bestuur.  Eén keer in de drie jaar bezoek ik de locatie/afdeling om samen met de aandachtsvelder een audit op het gebied van infectiepreventie uit te voeren.

Op zo’n verouderde locatie heb ik de afgelopen jaren twee keer een audit uitgevoerd.  Na elke audit heeft de aandachtsvelder samen met de manager en seniorverpleegkundige een plan gemaakt om verbeteringen door te voeren naar aanleiding van het verslag. En die verbeteringen waren zeker noodzakelijk.

De afgelopen week was ik er weer. Hoe mooi was het om te constateren dat dankzij de inzet van de aandachtsvelders, seniorverpleegkundigen en managers er heel veel verbeterd was op de afdelingen.

Ik noem een aantal punten: verbeteringen ten aanzien van opslag, structureel schoonmaken van medische hulpmiddelen en borging daarvan, middelen om goede handhygiëne te kunnen toepassen, de beschikking over de juiste desinfectiemiddelen en de afdeling zag er netjes en geordend uit, ondanks dat het een oud gebouw is.

Bovenstaande laat zien hoe belangrijk het is om structureel te auditen op het gebied van infectiepreventie. En dit maakt dat het  een heel belangrijk onderdeel is van het borgen van infectiepreventiebeleid.

Het maakt zichtbaar wat er verbeterd moet worden en je kan al of niet voortgang laten zien aan aandachtsvelders en managers door de herhaling.

Het structureel auditen maakt ook zichtbaar dat veranderingen op het gebied van infectiepreventie tijd kosten.  Sommige zaken zijn snel te regelen.  Andere zaken duren langer in verband met een noodzakelijke organisatie brede aanpak omdat deze voor alle locaties gelden. Dan is het belangrijk om een actieve infectiecommissie te hebben die gevraagd en ongevraagd adviezen kan gegeven op basis van de uitkomsten van deze structurele audits.

Tot slot werkt het zeer motiverend voor medewerkers wanneer ze kunnen zien aan de hand van het verslag van de audits van de afgelopen jaren, dat er daadwerkelijk grote stappen zijn gezet op het gebied van infectiepreventie.

Blogs

“Aandacht voor infectiepreventie betaalt zich altijd terug”

Stiekem denken toch nog veel mensen bij infectiepreventie vooral aan ‘extra werk’, ‘een extra kostenpost’ en ‘protocollen vol regels’. “Gelukkig verdwijnt die angst vaak snel als ze ontdekken hoe je op een haalbare, betaalbare en praktische manier met infectiepreventie aan de slag kunt gaan”, vertellen de twee bevlogen deskundigen Infectiepreventie Nicole Kiefte en Simone Krooshof. Nicole en Simone durven zelfs te stellen dat aandacht besteden aan infectiepreventie binnen je zorginstelling zich altijd terugbetaalt. Zowel in tijd als in geld als in het welzijn van de patiënten, cliënten, bewoners en medewerkers.

Altijd goed voorbereid
Simone: “Daarvoor hoef je alleen maar terug te denken aan de Covid-periode. Juist toen bleek hoe belangrijk het op orde hebben van de basishygiëne en infectiepreventie zijn om besmettingen bij patiënten, bewoners en medewerkers te voorkomen. Dat geldt bij Covid, maar ook bij griep, MRSA of Scabiës.Zonder goed werkend infectiepreventiebeleid moet je opeens, als besmettingen de kop opsteken – én het door zieke cliënten en uitvallende collega’s al extra druk is -, allerlei extra uitzoekwerk doen.” Nicole vult aan: “Stel dat je dan opeens kweken moet laten maken om de besmettingshaard te achterhalen. Waar stuur je die kweken dan heen? En hoe krijg je ze allemaal weer duidelijk terug? En wanneer kies je ervoor om iemand in isolatie te plaatsen om verdere besmetting te voorkomen?”

Van weten naar willen
Voorkomen is dus beter dan genezen. Cliché maar waar. Zeker bij infectieziekten. Maar hoe zorg je nou voor een effectief infectiebeleid dat verder gaat dan protocollen. Nicole: “Dat bereik je niet van de ene op de andere dag. Daarvoor is een aanpak nodig waarmee je iedereen binnen jouw zorgorganisatie meeneemt en laat snappen wat hij of zij kan doen om besmettingen te helpen voorkomen. En, heel belangrijk, waarom zij dit moeten doen. Want alleen bewustwording helpt echt om gedrag te veranderen.”

Praktische pakketten
Omdat Nicole en Simone signaleerden dat vooral zorginstellingen binnen de langdurige zorg en de thuiszorg kampten met vraagstukken rond infectiepreventie, bieden ze voor deze sectoren pakketten aan om hun infectiebeleid op orde te krijgen en te houden. “Met deze pakketten kunnen zij op een heel praktische en betaalbare manier een effectief infectiepreventiebeleid opzetten en borgen binnen hun organisatie. Zo’n pakket bestaat uit praktische protocollen, toegespitst op de sector, het opleiden van aandachtsvelders binnen de organisatie, een nieuwsbrief die zij vier keer per jaar binnen de organisatie kunnen versturen en een jaarlijkse netwerkbijeenkomst voor alle aandachtsvelders infectiepreventie en beleids- en kwaliteitsmedewerkers. Daarbij horen ook nog acht consulturen per maand, onze actieve deelname aan de infectiepreventiecommissie en één keer per jaar een audit om te kijken hoe de organisatie ervoor staat, inclusief een verslag en verbetervoorstel.”

Mooie mijlpalen
Met deze praktische aanpak hebben Simone en Nicole afgelopen jaar al verschillende instellingen kunnen helpen. Simone: “Ik kijk met trots terug op de resultaten die we behaald hebben bijvoorbeeld bij Zorgorganisatie Philadelphia. In 2022 moest daar echt nog gewerkt worden aan de randvoorwaarden, maar afgelopen jaar konden we al de diepte in. We hebben veel scholing kunnen geven. Waar er eerst één aandachtsvelder was per locatie, is dat er nu één per team. Infectiepreventie is nu echt ingebed in de hele organisatie.”
Nicole: “Ook ben ik trots op de voorlichtingsfilmpjes die we gemaakt hebben voor de gehandicaptenzorg en voor de thuiszorg. Die filmpjes kunnen organisaties komend jaar gebruiken om hun bewoners en cliënten op een heel laagdrempelige manier te leren hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het voorkomen dat zij of hun zorgverleners ziek worden. Want dát blijft natuurlijk de allerbelangrijkste reden waarom we ons hard maken voor infectiepreventie!”    

Blogs

‘Infectieziekten hebben geen boodschap aan een huiselijke sfeer’

Zorgorganisatie Philadelphia biedt met ruim 7.400 medewerkers zorg aan meer dan 9.800 cliënten, verspreid over zo’n 600 locaties in het hele land. Aan kwaliteitsverpleegkundige Tamara Bezemer-Top de schone taak om infectieziekten buiten de vele deuren te houden.

Al 16 jaar werkt Tamara bij Philadelphia, aanvankelijk als verpleegkundige, tegenwoordig als kwaliteitsverpleegkundige. ‘Samen met drie andere collega’s houd ik me zich bezig met beleid en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg in de organisatie.’ En daarnaast is Tamara lid van de infectiepreventiecommissie. ‘Vanuit de infectiepreventiecommissie ontwikkelen we, met advies en ondersteuning van Simone Krooshof, beleid en richtlijnen om infecties en verspreiding daarvan te voorkomen’, vertelt Tamara. ‘Binnen onze sector speelde het onderwerp tot een aantal jaren geleden niet zo’n grote rol. De locaties waar wij zorg en wonen bieden, moesten vooral sfeervol en huiselijk zijn. Dus vond je niet overal desinfectiepompjes en persoonlijke beschermingsmiddelen. Maar infectieziekten hebben helemaal geen boodschap aan een huiselijke sfeer. Als je zo veel mensen opvangt op zo veel locaties, komen infectieziekten als corona, schurft of MRSA nu eenmaal wel eens voor.’

25 aandachtsvelders

Door die huiselijke benadering van de zorg, was er ook een enorm kennistekort in de organisatie, vertelt Tamara. ‘We wisten nauwelijks wat er aan infectieziekten voorkwam, en als een infectieziekte al gesignaleerd werd, wisten medewerkers eigenlijk niet waar ze naartoe moesten voor een oplossing.’ Maar daar is hard aan gewerkt. Met behulp van Simone werden beleid en protocollen opgetuigd en werd de scholing van de medewerkers ter hand genomen. Simone leidde onder andere zo’n 25 aandachtsvelders op: medewerkers die inmiddels alles van infectiepreventie weten en het aanspreekpunt zijn voor hun collega’s.

Uitbraakteam

‘Tegenwoordig kunnen medewerkers bij een uitbraak meteen actie ondernemen’, vertelt Tamara. ‘Ze kunnen 24 uur per dag, zeven dagen per week terecht bij Digicontact voor ondersteuning. Wij hebben een draaiboek opgesteld en aan de hand daarvan geven de medewerkers van Digicontact de eerste adviezen. Als het nodig is wordt een uitbraakteam samengesteld. Daarin zitten onder andere een deskundige infectiepreventie, een kwaliteitsverpleegkundige, iemand van de GGD en een aantal mensen van de locatie. Zij pakken gezamenlijk de uitbraak aan, op basis van een plan dat we daarvoor ontwikkeld hebben.’ Als de uitbraak onder controle is, volgt nog een evaluatie. ‘Niet om te kijken wie wat goed of fout gedaan heeft, maar omdat we willen blijven leren van situaties die zich voordoen. Elke gebluste brand geeft ons weer nieuwe ideeën.’

Ambitie

Het streven van elke infectiepreventiecommissie is natuurlijk dat er nooit meer ergens een uitbraak zal zijn. ‘Was het maar waar, dat is helaas onmogelijk. Maar we doen er natuurlijk alles aan om het aantal uitbraken te minimaliseren. We hebben een meerjarenplan gemaakt waarin we vooral veel aandacht geven aan basishygiëne. En protocollen met vooral, heel praktische handleidingen voor mensen op de werkvloer, die nu eenmaal niet veel tijd hebben om eens lekker rustig te gaan zitten lezen. We proberen alles zo praktisch mogelijk aan te vliegen, met behulp van filmpjes en praktische trainingen bijvoorbeeld. Zo doen we een training handen desinfecteren onder een blauwe lamp. Dan kun je precies zien waar je handen nog niet met de handalcohol in aanraking zijn geweest. Confronterend, maar heel leerzaam. Teams kunnen zo’n training aanvragen en dan laten we op deze praktische manier zien wat ringen en nepnagels voor effect hebben op de hygiëne.’

Maatwerk

‘En we proberen in onze veelzijdige organisatie maatwerk te leveren. We hebben veel verschillende locaties, met verschillende cliënten en verschillende behoeftes. In dat maatwerk speelt Simone ene belangrijke rol. Zij kan heel goed adviseren wat de verschillende locaties met hun verschillende zorgmodellen nodig hebben. Zij weet ontzettend goed hoe je maatwerk kunt leveren. Ze heeft enorm veel kennis en is altijd heel makkelijk te benaderen om dat ook met ons te delen. Zonder Simone waren we nooit zo ver gekomen.’

Presentaties, trainingen, handleidingen, plannen: het is een hele kluif. Tamara weet inmiddels behoorlijk veel van infectiepreventie. En als ze het even niet meer weet? ‘Dan bel ik Simone!’

Blogs

Blog naar aanleiding van artikel “Infectieziektebestrijding bij verstandelijk gehandicapten: de wrange dillema’s” in Medisch Contact, van Talitha van den Heuvel-Brouwer, namens de commissie Ethiek van de NVAVG.

Met veel interesse heb ik het artikel van Talitha van den Heuvel-Brouwer gelezen (Infectieziektebestrijding bij verstandelijk gehandicapten: de wrange dillema’s, Medisch Contact 41, 12 oktober 2023).

In mijn werk als deskundige infectiepreventie, onder andere in de gehandicaptenzorg, zijn deze dilemma’s heel herkenbaar.

Helaas heb ook ik, samen met andere leden van uitbraaktteams, tijdens de coronapandemie, adviezen moeten geven die hebben geleid tot keuzes waarvan wij wisten dat deze niet in het belang van de individuele client waren, die behoefte hadden aan nabijheid en betrouwbaarheid, zoals Talitha beschrijft in het artikel.

Daarom is het goed om nu met elkaar bij uitbraaksituaties in de verstandelijk gehandicaptenzorg oog te hebben voor deze dilemma’s en de stappen die in dit artikel worden genoemd.

Ik wil  graag een aantal punten benoemen die in dit artikel niet worden vermeld, maar wellicht een goede aanvulling kunnen zijn op het stappenplan.

De keuzes die gemaakt worden met het welzijn van de cliënten voor ogen kunnen grote invloed hebben op het al of niet veilig kunnen werken van medewerkers. Als voorbeeld noem ik een medewerker die tevens mantelzorger is voor een ouder die hulpbehoevend is en in een uitbraaksituatie op de locatie waar zij werkt bloot gesteld kan worden aan infectieziekten die van invloed kunnen zijn op de gezondheid van de ouder waar hij/zij mantelzorger voor is. Of een medewerker die zelf kwetsbaar is in verband met onderliggend lijden. En graag beschermd wil werken in uitbraaksituaties.

Mijn voorstel zou zijn om in het stappenplan op te nemen, het veilig kunnen werken van medewerkers.

Een ander punt is de basishygiëne. De basishygiëne bestaat uit maatregelen die altijd van toepassing zijn. Zoals handhygiëne, persoonlijke hygiëne en reiniging en desinfectie.

Als de basishygiëne op een locatie goed op orde is dan kunnen in een uitbraaksituatie op een locatie misschien andere keuzes gemaakt worden omdat de risico’s kleiner zijn.

Er wordt in het stappenplan vanuit gegaan dat er altijd een arts VG aanwezig is. In veel organisaties in de gehandicaptenzorg hebben cliënten een eigen huisarts.

Deze huisartsen worden zelden betrokken op een locatie en de keuzes waar deze locaties voor staan in uitbraaksituaties. Een mooie aanvulling in het stappenplan is om van te voren al te bedenken wie waar verantwoordelijk voor is in een uitbraaksituatie.

Tot slot: Hoe mooi zou het zijn wanneer we in de (verstandelijk) gehandicaptenzorg samen met de deskundige infectiepreventie aan de slag kunnen gaan met die basishygiëne te verbeteren daar waar nodig zodat we in uitbraaksituaties wellicht minder belastende maatregelen voor de cliënten kunnen nemen.    

Simone Krooshof, deskundige infectiepreventie

Blogs

Herfstseizoen: voorkom een uitbraak met infectieziekten

De blaadjes vallen van de bomen, de temperatuur is gezakt en het regent vaker dan we willen… Het is herfst. En dat betekent dat er een grotere kans is op uitbraken met infectieziekten binnen je zorgorganisatie. Denk bijvoorbeeld aan noro, griep en corona.

Om de kans op een uitbraak kleiner te maken, kun je je voorbereiden met eenvoudige maatregelen die niet veel tijd hoeven te kosten. Die maatregelen noemen we basishygiëne.

  • Draag geen handsieraden in de zorg. Sieraden belemmeren het toepassen van een goede handhygiëne. Daarnaast zijn sieraden een bron van micro-organismen en kunnen ze voor verspreiding zorgen.
  • Draag schone kleding met korte mouwen. Met korte mouwen kun je goede handhygiëne toepassen. En schone kleding voorkomt kans op besmetting.
  • Zorg ervoor dat je nagels kort zijn. En draag geen nagellak, gelnagels of kunstnagels. Lange nagels zijn moeilijk schoon te houden. En onder nagellak, gelnagels en kunstnagels kunnen micro-organismen groeien. En daarmee kun je een client besmetten.
  • Draag je haren vast. Daarmee voorkom je dat je haren in contact komen met cliënten.
  • Pas handhygiëne toe op de volgende momenten:
    • voordat je een kamer in gaat;
    • wanneer je een kamer verlaat;
    • voor schone handelingen;
    • na vuile handelingen.

Daarmee voorkom je ook weer de kans op besmetting van cliënten en van jezelf.

  • Maak dagelijks je apparatuur schoon. Zoals werktelefoons, tablets, laptops en toetsenborden. Het helpt om met elkaar af te spreken om dit op een vast moment te doen, bijvoorbeeld het eind van de dag.
  • Maak ook afspraken met elkaar voor het reinigen van medische hulpmiddelen. Doe dit structureel, zodat als je bijvoorbeeld een tillift nodig hebt, je zeker weet dat deze schoon is.
  • Zorg voor een voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Mondneusmaskers, handschoenen en schorten.
  • Draag een mondneusmasker als je verkoudheidsklachten hebt en zorg verleent binnen de 1,5 meter.
  • Wees alert op verkoudheidsklachten bij cliënten. Draag een mondneusmasker als je zorg verleent binnen de 1,5 meter.

En denk ook aan:

  • Stel isolatie in als je het vermoeden hebt dat de cliënt een infectieziekte heeft. Ken de protocollen.
  • Toets bij je collega’s of zij weten wat ze moeten doen bij een luchtweginfectie.
  • Weet wat je moet doen bij een uitbraak. Ken de procedure.
Blogs

Protocollen, en dan?

Protocollen, en dan?

Landelijk zijn er veel gesubsidieerde initiatieven om zorgorganisaties te helpen bij het implementeren en borgen van infectiepreventie. Denk aan de 10 ABR Zorgnetwerken, Vilans, Waardigheid en Trots. Wanneer zij ons benaderen voor inhoudelijke kennis over infectiepreventie, is er één vraag die bijna altijd voorbij komt.

Wil je ons helpen met het schrijven van infectiepreventieprotocollen? Vaak is het een beleidsmedewerker die met deze taak belast wordt. Vaak is het niet duidelijk welke richtlijnen er allemaal zijn en welke protocollen belangrijk zijn voor een instelling. Het is voor beleidsmedewerkers zonder inhoudelijke kennis erg moeilijk om protocollen beknopt en duidelijk op te stellen.

Lappen tekst

Onze ervaring is dat beleidsmedewerkers, met alle goede bedoelingen, alles wat in een richtlijn staat willen opnemen in het protocol. Maar een zorgmedewerker heeft in een protocol geen behoefte aan lappen tekst om te lezen. Daarnaast moeten protocollen up-to-date blijven. Hoe zorgt een beleidsmedewerker dat hij of zij inhoudelijk op de hoogte is van aangepaste richtlijnen?

Goede infectiepreventieprotocollen zijn kort en bondig en vertellen de medewerker precies wat ze moeten doen, wanneer ze dat moeten doen en hoe ze het moeten doen. Meer dan dat is er niet nodig. Maar hoe verhouden deze protocollen zich dan tot het waarom achter deze protocollen?

Gedrag veranderen

Daar zit de crux…. Het hebben van protocollen alleen is niet voldoende. Want zonder goede implementatie en borging is er niemand die van dat protocol op de hoogte is. Om infectiepreventie goed in te bedden is veel meer nodig. Infectiepreventie vraagt om gedragsverandering. Een gedragsverandering teweegbrengen vergt een lange adem. Dat red je niet met het hebben van protocollen alleen.

“Iedereen weet wat hij doet, een gedeelte weet hoe hij het doet, maar weinigen weten waarom hij het doet.” Simon Sinek.

Niemand gaat zijn gedrag veranderen als je niet weet waarom je dat zou moeten doen. In onze scholingen ligt daarom de nadruk op waarom je iets zou moeten doen. Aan de hand van de besmettingscyclus leggen we uit wat je kunt doen om de keten te doorbreken, zodat zorgmedewerkers snappen wat de consequenties zijn van hun eigen gedrag. Daarnaast is het belangrijk om aandachtsvelders infectiepreventie te hebben binnen de teams. Zij kunnen collega’s motiveren het juiste te doen.

Bij het opleiden van deze aandachtsvelders gaat driekwart van de scholing over hoe je jouw collega’s meeneemt in veranderingen. Continue aandacht is belangrijk om gedragsverandering te krijgen en te houden, zonder dat jij de politieagent hoeft te zijn.

Alleen een e-learning is niet voldoende. Een enthousiaste vakidioot, die goede uitleg geeft met (praktijk)voorbeelden erbij, beklijft veel beter!

Infectiepreventie is niet altijd zwart of wit

Het checken of er volgens protocol gewerkt wordt is belangrijk om te toetsen waar je als organisatie staat in de borging van je beleid. Infectiepreventie is niet altijd zwart of wit. Vaak zijn het afwegingen van risico’s. Een deskundige infectiepreventie kan deze afwegingen het beste maken.

De uitkomsten uit audits kunnen weer input geven aan de infectiecommissie. Het geeft inzicht in hoe de organisatie ervoor staat en waar de verbeterpunten liggen. Een deskundige infectiepreventie kan hierin inhoudelijk adviseren en sturing geven. Dat voorkomt dat organisaties gaan zwemmen.

Toch is de realiteit dat veel organisaties vinden dat zij het zelf kunnen. Ze maken gebruik van de gratis initiatieven die aangeboden worden. En hoewel er ook vanuit deze organisaties op gestuurd wordt dat er een blijvende relatie wordt opgebouwd tussen zorgorganisaties en deskundigen infectiepreventie, blijkt de inhoudelijke expertise niet noodzakelijk genoeg of te duur. Het gevolg is dat het infectiepreventiebeleid wel op papier staat, maar dat het niet volgens voorschrift wordt uitgevoerd.

Om zichtbaar te maken wat er nodig is om infectiepreventie te borgen heeft Kiefte & Krooshof standaard pakketten ontwikkeld, die zorgsector specifiek zijn. Deze pakketten bevatten alles om een organisatie te ontzorgen en om echt stappen te maken. Kleinschalige organisaties bieden wij de mogelijkheid om samen een pakket af te sluiten. Zo wordt infectiepreventie haalbaar en betaalbaar.

Blogs

Er is geen ontkomen meer aan

Omdat cliënten wonen binnen instellingen in de gehandicaptensector is huiselijkheid heel belangrijk. Dat is natuurlijk terecht. Zeker in de kleinschalige woonvoorzieningen. Helaas heeft de coronapandemie ook in deze sector hard toegeslagen en is daarmee de noodzaak om iets te doen aan infectiepreventie toegenomen. Dat blijkt nu ook door het feit dat in het nieuwe kwaliteitskompas het volgende staat op blz. 50:

Zorgaanbieders hebben ook de verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde omgeving. Het gaat dan om de fysieke omgeving met passend meubilair en (til)hulpmiddelen, maar ook om een veilige omgeving met blijvende aandacht voor hygiëne en infectiepreventie, zodat infectieziekten zoveel mogelijk voorkomen en bestreden worden. 

Het betekent dat er geen ontkomen meer aan is. Je zal hier iets mee moeten doen als gehandicaptenzorgorganisatie. In de praktijk is dit regelmatig heel lastig. Want waar moet je beginnen?

Vaak wordt eerst een start gemaakt met het schrijven van de protocollen. Zorgorganisaties denken dan dat als deze op orde zijn de rest vanzelf gaat. Maar als je gaat kijken op de werkvloer dan is er  weinig kennis omtrent infectiepreventie. Dit heeft onder andere te maken met dat veel medisch niet geschoold personeel (begeleiders) werkzaam is in de gehandicaptensector.

In de memo “ABR en infectiepreventie in de gehandicaptenzorg”. Een oriënterende inventarisatie (3 maart 2020), worden de risicofactoren genoemd voor deze sector. Zo ook: “Onvoldoende hygiënebesef onder (een groot deel) van de zorgverleners door onvoldoende scholing en voorlichting.

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen persoon om zorgorganisaties te begeleiden in deze zoektocht. In de verpleeghuis- en thuiszorgsector worden de deskundigen infectiepreventie al op steeds grotere schaal ingezet.

De begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit het uitvoeren van een risico-inventarisatie en aan de hand van de uitkomsten bekijken waar prioriteit aangegeven kan worden ten aanzien van implementatie van infectiepreventiebeleid. Ook kan ondersteuning worden gegeven bij het helpen opstarten van een infectiepreventiecommissie of het geven van scholingen op het gebied van infectiepreventie aan medewerkers.

De deskundige infectiepreventie zal altijd kijken naar wat haalbaar en werkbaar is binnen de organisatie en daarbij ook het punt “huiselijkheid” daar in mee nemen.

De vrijblijvendheid is in ieder geval nu voorbij voor deze sector en dat is een goede zaak. Daarnaast toetst de IGJ steeds frequenter op het onderwerp infectiepreventie binnen de deze sector.

Blogs

Hoe krijgen we infectiepreventie op de werkvloer?

Onlangs was ik aanwezig bij een infectiecommissievergadering van een organisatie in de gehandicaptensector. Daar waren twee medewerkers aanwezig die op dat moment in de organisatie geschoold werden tot infectiepreventieadviseurs (IPA’s). Ik vroeg aan deze medewerkers of zij wisten waar hun verantwoordelijkheden lagen binnen de organisatie ten aanzien van infectiepreventie. Zij gaven aan hier geen idee van te hebben. De zorgorganisatie dacht, dat met het aanstellen van deze IPA’s, de kennis omtrent infectiepreventie te kunnen borgen binnen de organisatie.

Tegenwoordig worden IPA’s opgeleid als een soort van verlengde arm voor de deskundige infectiepreventie. Ook zijn er zorgorganisaties waar contactpersonen infectiepreventie (CIP-ers) of aandachtsvelders infectiepreventie (AHI-ers) zijn.  Zelfs in het onlangs uitgekomen adviesrapport in opdracht van het ministerie van VWS (“Uitvoeringsadvies versterken hygiëne en infectiepreventie langdurige zorg”) wordt dit onderscheid gemaakt. Daar staat ook in dat de  IPA een cursus krijgt van 5 dagen, de CIP-er van 4 dagen en de AHI-er een korte cursus, aldus het rapport.

Allemaal (officiële?) functionarissen die opgeleid worden om taken te vervullen ten aanzien van infectiepreventie. Vaak denken organisaties dat met het aanstellen van deze personen, infectiepreventie geborgd is binnen een zorgorganisatie.

Maar waar liggen nu de verantwoordelijkheden van deze functionarissen? En wat hebben zij nu echt nodig om infectiepreventiebeleid op te werkvloer te krijgen?

Als het gaat om infectiepreventiebeleid op de werkvloer te krijgen zijn naar mijn mening twee dingen heel belangrijk om te beseffen.

Ten eerste, wie is in een organisatie waarvoor verantwoordelijk als het gaat over infectiepreventie? En ten tweede, infectiepreventie gaat altijd over gedragsverandering.

Vraag het een willekeurig  aantal functionarissen uit een zorgorganisatie, wie is nu waar verantwoordelijk voor als het gaat over infectiepreventie? En je zal veel verschillende antwoorden krijgen. Het is dus als organisatie heel belangrijk om hier eerst duidelijkheid in te krijgen. Waar is een directie verantwoordelijk voor, waar is een manager verantwoordelijk voor…etc. En als je dan toch aan de slag wil gaan met IPA’s, CIP-ers of AHI-ers, wat zijn dan hun verantwoordelijkheden en taken. En krijgen ze daar structureel tijd voor?

Wat hebben de IPA’s, CIP-ers of AHI-ers nodig om aan de slag te gaan als infectiepreventie altijd gaat over gedragsverandering?

Theorie over micro-organismen en antibioticaresistentie? Misschien wel, maar als je het ze zelf vraagt dan zijn ze vooral op zoek naar, hoe krijg ik mijn collega’s zover dat ze die handsieraden af gaan doen en geen lange mouwen meer dragen in de winter.

Ik denk dat deze functionarissen vooral gebaat zijn bij het krijgen aangereikt van tools om aan de slag te gaan met collega’s om die gedragsverandering voor elkaar te krijgen. Daar moet naar mijn mening de meeste tijd in zitten gedurende een opleiding of cursus.

Wat zegt dit alles over de rol van de deskundige infectiepreventie?

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen functionaris om inhoudelijke kennis ten aanzien van infectiepreventie voor de IPA’s, CIP-ers en AHI-ers op peil te houden en de  IPA’s, CIP-ers en AHI-ers te helpen om de aanzwengelaars te laten zijn binnen hun eigen organisatie/team als het gaat over infectiepreventie.

Daarnaast kunnen “vreemde ogen” ook dwingen en is de deskundige infectiepreventie de aangewezen persoon om organisaties/teams te enthousiasmeren en aan te zetten tot een gedragsverandering.

In dat laatste is mogelijk binnen onze eigen beroepsgroep nog winst te behalen.

Blogs

Pindakaas in een po!

Waar je zoal niet mee bezig bent als deskundige infectiepreventie in de langdurige zorg.


Audit

Eén keer in de drie jaar wordt in een verpleeghuis elke afdeling/locatie ge-audit door mij. Samen met de aandachtsvelder loop ik een checklist langs. Deze checklist is gebaseerd op de landelijke richtlijnen en geeft aan wat er goed gaat en waar verbetering mogelijk is. 

In dit geval gaf de aandachtsvelder aan dat de po’s niet schoon uit de pospoeler kwamen. Het was me tijdens de audit al opgevallen dat in de spoelruimtes waar de pospoelers stonden, toiletborstels lagen in de uitstortgootsteen. Dan weet ik al dat dat zeer waarschijnlijk betekent dat men po’s nog handmatig reinigt.

De uitkomst
Een aantal weken later werd het auditverslag na  besproken met de manager van de afdeling. Zij gaf aan al langere tijd met de leverancier van de pospoelers in overleg te zijn over de slechte werking van de pospoelers. De leverancier had aangegeven dat de aanwezige po’s op de afdeling niet goed meer waren en dat dat de reden was waarom ze er niet schoon uit kwamen. Geadviseerd werd om nieuwe po’s aan te schaffen. 


De test
Samen met de manager ben ik naar de spoelruimte gelopen waar een aantal medewerkers op dat moment bezig waren. Ik was getuige van de manier waarop de po’s inderdaad handmatig werden gereinigd voordat ze de pospoeler in gingen (“ja, want anders komen ze er niet schoon uit hé”, aldus de medewerker). En ik kon navragen hoe men verder omging met de po’s en urinalen. 

Het bleek dat men de po’s en urinalen ook altijd eerst handmatig leegden in het toilet van de cliënten, voordat ze in de pospoeler werden geplaatst.

De manager had al bedacht, om eerst 1 nieuwe po aan te schaffen en te bekijken of die er wel schoon uit zou komen.

Ter plekke heb ik geadviseerd om de nieuwe po in te smeren met pindakaas (een representatieve vervanging voor ontlasting ☺) en deze te plaatsen in de pospoeler. 

Het resultaat
De po kwam er niet schoon uit. De manager heeft er foto’s van gemaakt en gaat deze gebruiken om weer het gesprek aan te gaan met de leverancier.

Verder had de slechte werking van de pospoeler als resultaat dat er een onveilige werksituatie gecreëerd was voor de medewerkers. Immers werden po’s en urinalen handmatig geleegd in het toilet en vervolgens handmatig gereinigd zonder daarbij de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen. 

Maar ook was een onveilige woonomgeving van de client. Door het handmatig reinigen en slecht functioneren van de pospoeler  werden po’s en urinalen niet afdoende gereinigd en gedesinfecteerd. Het resultaat kan dan zijn dat er kans is op verspreiding van micro-organismen. 

Tot slot
Dit voorbeeld laat goed zien wat kan gebeuren als een pospoeler niet goed functioneert. Er sluipen dan ongemerkt werkwijzen in die veel risico’s met zich mee brengen. En die risico’s zijn niet altijd goed zichtbaar. 

Blogs

Krijg toch de pest!

Vorige week las ik in een boek dat over de middeleeuwen ging over de pest. Een paar weken daarvoor zag ik in twee verschillende series beelden over de pest tijdens de middeleeuwen. 

De pest kwam in grote epidemieën en pandemieën voor en nog steeds is de pest niet uitgeroeid. Gemiddeld stief 60% van de bevolking tijdens een pandemie. Tegenwoordig is het met antibiotica eenvoudig te behandelen.

Wat zo interessant was, was dat er op verschillende manieren gereageerd werd. Men wist toen nog niet dat ziekte veroorzaakt wordt door bacteriën en virussen en hoe deze overgedragen werden. Men zag het als een straf van God. Er waren steden die de deuren dicht deden om zo de ziekte buiten te houden. Zij hadden door dat ze de zieken apart moest houden van de gezonden. Toen was er al sprake van een lock-down. 

In andere steden gingen gelovigen de straat op om zichzelf te martelen in de hoop vergeving te krijgen van God. Dit waren massale bijeenkomsten om gezamenlijk te bidden, waarbij de ziekte alleen maar meer verspreidt werd.

In de middeleeuwen werden pestlijders in hun eigen woning geïsoleerd. Ze mochten alleen naar buiten als ze een witte vlag of stok droegen, zodat ze herkenbaar waren. In de 16e en 17e eeuw werden er pesthuizen gebouwd. Daar werden pestlijders naar toe gezonden zodat ze afgezonderd werden van de overige stadsbewoners. Dit huis werd altijd buiten de stadsmuren gebouwd. Toen had men door dat het effectiever was als deze mensen helemaal buiten de stad geïsoleerd werden. Er werd een pestmeester of snaveldokter aangesteld die de pestlijders verzorgde. De snaveldokter droeg speciale kleding die hem moest beschermen tegen de ziekte de kleding bestond uit een hoed, masker met kijkgaten, grote leren handschoenen, lange leren laarzen en een lange leren cape. Hij had een stok om de zieken te onderzoeken zonder ze aan te raken.

Helaas werden de patiënten er in een pesthuis eerder slechter dan beter van, vanwege de slechte hygiëne en verzorging.

Terug gekeken naar de moderne wereld waarin we zoveel kunnen genezen: voorkomen blijkt altijd beter! Goede hygiëne blijft broodnodig, zeker op plaatsen waar men dicht op elkaar leeft en zorghandelingen verricht. Persoonlijke beschermingsmiddelen beschermen jezelf en anderen en isolatie kan echt noodzakelijk zijn om anderen te beschermen tegen besmettelijke ziektes, want deze blijken van elke tijd te zijn.