Blogs

Protocollen, en dan?

Protocollen, en dan?

Landelijk zijn er veel gesubsidieerde initiatieven om zorgorganisaties te helpen bij het implementeren en borgen van infectiepreventie. Denk aan de 10 ABR Zorgnetwerken, Vilans, Waardigheid en Trots. Wanneer zij ons benaderen voor inhoudelijke kennis over infectiepreventie, is er één vraag die bijna altijd voorbij komt.

Wil je ons helpen met het schrijven van infectiepreventieprotocollen? Vaak is het een beleidsmedewerker die met deze taak belast wordt. Vaak is het niet duidelijk welke richtlijnen er allemaal zijn en welke protocollen belangrijk zijn voor een instelling. Het is voor beleidsmedewerkers zonder inhoudelijke kennis erg moeilijk om protocollen beknopt en duidelijk op te stellen.

Lappen tekst

Onze ervaring is dat beleidsmedewerkers, met alle goede bedoelingen, alles wat in een richtlijn staat willen opnemen in het protocol. Maar een zorgmedewerker heeft in een protocol geen behoefte aan lappen tekst om te lezen. Daarnaast moeten protocollen up-to-date blijven. Hoe zorgt een beleidsmedewerker dat hij of zij inhoudelijk op de hoogte is van aangepaste richtlijnen?

Goede infectiepreventieprotocollen zijn kort en bondig en vertellen de medewerker precies wat ze moeten doen, wanneer ze dat moeten doen en hoe ze het moeten doen. Meer dan dat is er niet nodig. Maar hoe verhouden deze protocollen zich dan tot het waarom achter deze protocollen?

Gedrag veranderen

Daar zit de crux…. Het hebben van protocollen alleen is niet voldoende. Want zonder goede implementatie en borging is er niemand die van dat protocol op de hoogte is. Om infectiepreventie goed in te bedden is veel meer nodig. Infectiepreventie vraagt om gedragsverandering. Een gedragsverandering teweegbrengen vergt een lange adem. Dat red je niet met het hebben van protocollen alleen.

“Iedereen weet wat hij doet, een gedeelte weet hoe hij het doet, maar weinigen weten waarom hij het doet.” Simon Sinek.

Niemand gaat zijn gedrag veranderen als je niet weet waarom je dat zou moeten doen. In onze scholingen ligt daarom de nadruk op waarom je iets zou moeten doen. Aan de hand van de besmettingscyclus leggen we uit wat je kunt doen om de keten te doorbreken, zodat zorgmedewerkers snappen wat de consequenties zijn van hun eigen gedrag. Daarnaast is het belangrijk om aandachtsvelders infectiepreventie te hebben binnen de teams. Zij kunnen collega’s motiveren het juiste te doen.

Bij het opleiden van deze aandachtsvelders gaat driekwart van de scholing over hoe je jouw collega’s meeneemt in veranderingen. Continue aandacht is belangrijk om gedragsverandering te krijgen en te houden, zonder dat jij de politieagent hoeft te zijn.

Alleen een e-learning is niet voldoende. Een enthousiaste vakidioot, die goede uitleg geeft met (praktijk)voorbeelden erbij, beklijft veel beter!

Infectiepreventie is niet altijd zwart of wit

Het checken of er volgens protocol gewerkt wordt is belangrijk om te toetsen waar je als organisatie staat in de borging van je beleid. Infectiepreventie is niet altijd zwart of wit. Vaak zijn het afwegingen van risico’s. Een deskundige infectiepreventie kan deze afwegingen het beste maken.

De uitkomsten uit audits kunnen weer input geven aan de infectiecommissie. Het geeft inzicht in hoe de organisatie ervoor staat en waar de verbeterpunten liggen. Een deskundige infectiepreventie kan hierin inhoudelijk adviseren en sturing geven. Dat voorkomt dat organisaties gaan zwemmen.

Toch is de realiteit dat veel organisaties vinden dat zij het zelf kunnen. Ze maken gebruik van de gratis initiatieven die aangeboden worden. En hoewel er ook vanuit deze organisaties op gestuurd wordt dat er een blijvende relatie wordt opgebouwd tussen zorgorganisaties en deskundigen infectiepreventie, blijkt de inhoudelijke expertise niet noodzakelijk genoeg of te duur. Het gevolg is dat het infectiepreventiebeleid wel op papier staat, maar dat het niet volgens voorschrift wordt uitgevoerd.

Om zichtbaar te maken wat er nodig is om infectiepreventie te borgen heeft Kiefte & Krooshof standaard pakketten ontwikkeld, die zorgsector specifiek zijn. Deze pakketten bevatten alles om een organisatie te ontzorgen en om echt stappen te maken. Kleinschalige organisaties bieden wij de mogelijkheid om samen een pakket af te sluiten. Zo wordt infectiepreventie haalbaar en betaalbaar.

Blogs

Er is geen ontkomen meer aan

Omdat cliënten wonen binnen instellingen in de gehandicaptensector is huiselijkheid heel belangrijk. Dat is natuurlijk terecht. Zeker in de kleinschalige woonvoorzieningen. Helaas heeft de coronapandemie ook in deze sector hard toegeslagen en is daarmee de noodzaak om iets te doen aan infectiepreventie toegenomen. Dat blijkt nu ook door het feit dat in het nieuwe kwaliteitskompas het volgende staat op blz. 50:

Zorgaanbieders hebben ook de verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde omgeving. Het gaat dan om de fysieke omgeving met passend meubilair en (til)hulpmiddelen, maar ook om een veilige omgeving met blijvende aandacht voor hygiëne en infectiepreventie, zodat infectieziekten zoveel mogelijk voorkomen en bestreden worden. 

Het betekent dat er geen ontkomen meer aan is. Je zal hier iets mee moeten doen als gehandicaptenzorgorganisatie. In de praktijk is dit regelmatig heel lastig. Want waar moet je beginnen?

Vaak wordt eerst een start gemaakt met het schrijven van de protocollen. Zorgorganisaties denken dan dat als deze op orde zijn de rest vanzelf gaat. Maar als je gaat kijken op de werkvloer dan is er  weinig kennis omtrent infectiepreventie. Dit heeft onder andere te maken met dat veel medisch niet geschoold personeel (begeleiders) werkzaam is in de gehandicaptensector.

In de memo “ABR en infectiepreventie in de gehandicaptenzorg”. Een oriënterende inventarisatie (3 maart 2020), worden de risicofactoren genoemd voor deze sector. Zo ook: “Onvoldoende hygiënebesef onder (een groot deel) van de zorgverleners door onvoldoende scholing en voorlichting.

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen persoon om zorgorganisaties te begeleiden in deze zoektocht. In de verpleeghuis- en thuiszorgsector worden de deskundigen infectiepreventie al op steeds grotere schaal ingezet.

De begeleiding bestaat bijvoorbeeld uit het uitvoeren van een risico-inventarisatie en aan de hand van de uitkomsten bekijken waar prioriteit aangegeven kan worden ten aanzien van implementatie van infectiepreventiebeleid. Ook kan ondersteuning worden gegeven bij het helpen opstarten van een infectiepreventiecommissie of het geven van scholingen op het gebied van infectiepreventie aan medewerkers.

De deskundige infectiepreventie zal altijd kijken naar wat haalbaar en werkbaar is binnen de organisatie en daarbij ook het punt “huiselijkheid” daar in mee nemen.

De vrijblijvendheid is in ieder geval nu voorbij voor deze sector en dat is een goede zaak. Daarnaast toetst de IGJ steeds frequenter op het onderwerp infectiepreventie binnen de deze sector.

Blogs

Hoe krijgen we infectiepreventie op de werkvloer?

Onlangs was ik aanwezig bij een infectiecommissievergadering van een organisatie in de gehandicaptensector. Daar waren twee medewerkers aanwezig die op dat moment in de organisatie geschoold werden tot infectiepreventieadviseurs (IPA’s). Ik vroeg aan deze medewerkers of zij wisten waar hun verantwoordelijkheden lagen binnen de organisatie ten aanzien van infectiepreventie. Zij gaven aan hier geen idee van te hebben. De zorgorganisatie dacht, dat met het aanstellen van deze IPA’s, de kennis omtrent infectiepreventie te kunnen borgen binnen de organisatie.

Tegenwoordig worden IPA’s opgeleid als een soort van verlengde arm voor de deskundige infectiepreventie. Ook zijn er zorgorganisaties waar contactpersonen infectiepreventie (CIP-ers) of aandachtsvelders infectiepreventie (AHI-ers) zijn.  Zelfs in het onlangs uitgekomen adviesrapport in opdracht van het ministerie van VWS (“Uitvoeringsadvies versterken hygiëne en infectiepreventie langdurige zorg”) wordt dit onderscheid gemaakt. Daar staat ook in dat de  IPA een cursus krijgt van 5 dagen, de CIP-er van 4 dagen en de AHI-er een korte cursus, aldus het rapport.

Allemaal (officiële?) functionarissen die opgeleid worden om taken te vervullen ten aanzien van infectiepreventie. Vaak denken organisaties dat met het aanstellen van deze personen, infectiepreventie geborgd is binnen een zorgorganisatie.

Maar waar liggen nu de verantwoordelijkheden van deze functionarissen? En wat hebben zij nu echt nodig om infectiepreventiebeleid op te werkvloer te krijgen?

Als het gaat om infectiepreventiebeleid op de werkvloer te krijgen zijn naar mijn mening twee dingen heel belangrijk om te beseffen.

Ten eerste, wie is in een organisatie waarvoor verantwoordelijk als het gaat over infectiepreventie? En ten tweede, infectiepreventie gaat altijd over gedragsverandering.

Vraag het een willekeurig  aantal functionarissen uit een zorgorganisatie, wie is nu waar verantwoordelijk voor als het gaat over infectiepreventie? En je zal veel verschillende antwoorden krijgen. Het is dus als organisatie heel belangrijk om hier eerst duidelijkheid in te krijgen. Waar is een directie verantwoordelijk voor, waar is een manager verantwoordelijk voor…etc. En als je dan toch aan de slag wil gaan met IPA’s, CIP-ers of AHI-ers, wat zijn dan hun verantwoordelijkheden en taken. En krijgen ze daar structureel tijd voor?

Wat hebben de IPA’s, CIP-ers of AHI-ers nodig om aan de slag te gaan als infectiepreventie altijd gaat over gedragsverandering?

Theorie over micro-organismen en antibioticaresistentie? Misschien wel, maar als je het ze zelf vraagt dan zijn ze vooral op zoek naar, hoe krijg ik mijn collega’s zover dat ze die handsieraden af gaan doen en geen lange mouwen meer dragen in de winter.

Ik denk dat deze functionarissen vooral gebaat zijn bij het krijgen aangereikt van tools om aan de slag te gaan met collega’s om die gedragsverandering voor elkaar te krijgen. Daar moet naar mijn mening de meeste tijd in zitten gedurende een opleiding of cursus.

Wat zegt dit alles over de rol van de deskundige infectiepreventie?

De deskundige infectiepreventie is de aangewezen functionaris om inhoudelijke kennis ten aanzien van infectiepreventie voor de IPA’s, CIP-ers en AHI-ers op peil te houden en de  IPA’s, CIP-ers en AHI-ers te helpen om de aanzwengelaars te laten zijn binnen hun eigen organisatie/team als het gaat over infectiepreventie.

Daarnaast kunnen “vreemde ogen” ook dwingen en is de deskundige infectiepreventie de aangewezen persoon om organisaties/teams te enthousiasmeren en aan te zetten tot een gedragsverandering.

In dat laatste is mogelijk binnen onze eigen beroepsgroep nog winst te behalen.